oud en afgedankt?

De Kunst van Leven en Sterven

Chirurg Atul Gawande pleit voor de kunst van het sterven. Met die titel begint een interview met een mooi mens in Vrij Nederland. Een helder denker en betrokken arts en mens die een belangrijke bijdrage levert in de gezondheidszorg. Met zijn boek ‘Sterfelijk zijn’ pleit hij voor goede begeleiding bij sterven, tegen doorbehandelen tegen beter weten in en voor kwaliteit van leven tot het allerlaatste moment. “Een pleidooi waar Nâm Stervensbegeleiding direct in het verlengde kan worden geplaatst”, zegt Maria Kok.

Als (vrijwillig) zorgbegeleider in Hospice De Vier Vogels in Rotterdam is zij heel dicht bij mensen in de laatste periode van hun leven. Op een plek waar comfort, liefde en aandacht centraal staan. Een plek waar de medische wereld alleen nog doordringt in de vorm van palliatieve zorg en het verlichten van lijden.

Dit jaar kreeg haar zoon geheel onverwachts de diagnose ‘acute leukemie’. Vol vertrouwen in de wetenschap zag hij het behandeltraject tegemoet. Om dan geconfronteerd te worden met een wereld waarin nauwelijks gekeken wordt naar wie je bent als mens.

De aangeboden medicijnen en chemotherapie verlopen volgens schema’s en berekeningen die de computer voorschrijft. Als betrokkene, of als cliënt word je suf geslagen met statistieken, kansberekeningen en andere cijfers.

Met die ervaring in gedachte is het fijn te lezen dat een arts als Atul Gawande pleit om meer te kijken naar de mens. De vraag is hoe je dat dan kunt doen? Hoe kunnen we Ars Moriendi beoefenen? De Kunst van het Sterven èn de Kunst van het Leven?

Handvatten voor een antwoord op deze vraag vinden we in alle spirituele tradities. En dus ook in Nâm Yoga, waarin de essentie van spiritualiteit naar voren wordt gebracht.

“Het is van groot belang dat wij gaan beseffen dat aandacht, tijd en liefde de grootste behoefte is van mensen in deze fase van het leven, of bij ernstige ziekte. Zonder loze beloften of cijfers. Zonder oordeel. Ontdekken welke wensen er nog zijn, alle handelingen met liefde verrichten en zo het proces van ‘letting go’ ondersteunen. Die compassie geeft kwaliteit van leven en sterven.

Op school en op de universiteit kunnen wij werkelijk alles leren, maar…
Hoe wij afscheid kunnen nemen en de materiële wereld kunnen loslaten,
dat leren wij niet.”